woensdag 26 januari 2011

stop het alfabetiseren, zet in op alfa-habit(u)s.




Tuesday, December 7, 2010 at 02:55PM

Bèta (B); Alpha (A) & Omega (Ω)

Begin bij het begin: Open brief aan de minister van onderwijs, Marja van Bijsterveld.

Geachte Mevrouw de Minister,

Onderwijs vernieuwen is niet hetzelfde als het innoveren van een product. Uit uw voorstel om alfa en bèta in ere te herstellen maak ik op dat U daarvan doordrongen bent. Want dat wat in de wereld van het industrieel ontwerp en produceren geldt, nl. niet elke verandering is een verbetering, geldt ook voor het onderwijsveld.

Procesmanagement en pedagogisch voortschrijdend inzicht zouden in principe tot oplossing van kwalen en falen van het onderwijs kunnen leiden. De vraag is waarom dat niet (is) gebeurd. Perceptie en werkwijze waarvan we ons bedienen zijn, zoals Pieter Winsemius dat in een voordracht noemde, een construct. De ruimte om te verbeteren in dit 'construct' lijkt volgebouwd.

Hebben we een ander construct nodig, of naar een andere meester luisterend, vraagt deze kwestie denken buiten het raam. Een groter denkraam om het onderwijs (systeem) tegen het licht te houden. Een focus op een detail binnen dit veld kan deze vraag illustreren.

Ik stel voor naar buiten te kijken, door het klasraam om daarmee een ontwikkeling in onderwijsomgeving in beeld te krijgen. Ongeveer een eeuw terug, begin 20ste eeuw, vond het leren plaats tussen 4 muren, met lichtinval aan een zijde, hoge ramen en raamdorpels zodat naar buiten kijken (afgeleid zijn) tot een minimum was teruggebracht. In de ontwikkelingen van de scholenbouw zijn het leslokaal en de ramen lager in hoogte geworden, er kan naar buiten worden gekeken, soms zelfs aan beide zijden, er is contact met de gang en de wereld buiten het klaslokaal op ooghoogte. En honderd jaar later is in veel lokalen naast de computer ook het digibord als venster op de wereld onderdeel van de lesdag.

De discussie in de geschreven media volgend, valt op dat er vaak een eenzijdig beeld is van de werkelijke problematiek. Aanknopingspunt voor een situatie met meedere problemen is te zoeken naar (verborgen) samenhang van symptomen. Het raamwerk is daarvoor de meta-foor.

Het voorstel dat uw ministerie heeft gedaan, na het beleid van uw voorganger Plasterk geen onderwijsvernieuwingen in te zetten, is het terugbrengen van de twee profielen indeling: terug naar de alfa-bèta. Protest en bijval zullen uw deel zijn, maar houdt U vast aan deze voorgenomen oekaze.

Op 18 november deed oud Shell topman Jeroen van der Veer, in de hoedanigheid van voorzitter van het Platform Bèta Techniek de oproep op het World Forum Congres in Den Haag in te zetten op de bèta talent en ontwikkeling van studenten en leerlingen. Hij noemt 4 concrete maatregelen om de bèta uitstroom in de breedte te verbeteren. Zijn invalshoek is terecht één van zorg rondom al langer bestaande dalende plaats die Nederland inneemt in de rangorde in Europees verband als het gaat om techniek en bèta’s in het algemeen.

Maar ook van der Veer, hoewel hij in zijn pleidooi (gepubliceerd in het NRC van 18 december, opinie blz 9) een concrete maatregel op het oog heeft voor het voortgezet onderwijs en de basisschool, beschrijft alleen de prestatiemeting voor scholen in het VO als het gaat om keuze van 14 / 15 jarigen voor een exact profiel. Het basisonderwijs valt ook hier tussen wal en schip, en of prestatiebeloning voor het VO gaat helpen vraag ik me af.

Nu dan U als minister het inzicht verkondigt, dat de alfa en bèta in ere moeten worden hersteld met wiskunde (en andere bèta-vakken) als speerpunt in de eerste klassen in het voortgezet onderwijs wil ik u het volgende voorstellen, om dit idee zorgvuldig en structureel te onderbouwen, en de aansluiting naar het basisonderwijs onder de loep te nemen. Dus niet vooruit maar achteruit kijkend naar de aanvoer zijde.

Richt U aandacht ook op het basisonderwijs. Daar begint het (onder)scheiden der geest(en). Niet de alpha en bèta op eenzame routes dirigeren, een kind van 4 jaar heeft twee hersenhelften tot zijn beschikking. Indien die beiden sferen direct in groep 1 op de basisschool in samenhang worden gezien en gehoord dan kunnen we een wereld winnen. Want in de belangrijke jaren in groep 6,7 en 8 (in de leeftijd tussen de 10 en 12 jaar) worden de scheidslijnen tussen voorkeuren en aanleg getrokken. Maar omdat te kunnen doen hebben deze kinderen vaardigheden aan beide zijden van het spectrum nodig. Met goede leermeesters aan hun zijde. De toekomst voor jong en oud is aan de bèta met een alpha habitus.

Bèta en alpha, de volgorde is cruciaal, zijn in een functioneel blikveld de vereisten voor een arbeidsbevolking in een geïndustrialiseerde samenleving. 5000 jaar terug, in de overgang van jagen naar landbouw, werd het eerste schoolonderricht ingezet om te leren lezen tbv de voorraad administratie. Dit is de start van de stedelijke cultuur, die ons via de Grieken is doorgegeven. Het alpha-beth speelt een sleutelrol als een van de grootste uitvindingen van de mens. Zo zelfs dat er een scheiding is aangebracht tussen pre-historie en de historische want onstuitbare urbane ontwikkeling waar wij anno 2010 onderdeel van zijn. Aan het begin van dit millennium wonen er meer mensen op de aarde dan er ooit geleefd hebben en zij wonen voor meer dan 50% in stedelijke gebieden.

Bovenstaand is een poging het construct te beschrijven, waar we vanuit werken in het onderwijsveld. De contouren staan als dragers overeind, de dragende muren van het onderwijs bouwwerk als steunberen van de samenleving. Een samenleving die naast een voortschrijdende welhaast spontane verstedelijking het bewust alfabetiseren wereldwijd als doelstelling heeft. Scholing levert meer kansen op, op werk, op verdere ontplooiing. Toch zijn ook daaraan wel is waar fundamenteel anders dan aan de aarde zelf wat betreft haar ecosysteem en bufferkracht om overbevraging op te vangen, grenzen. Doch die grenzen zijn in een globale wereld (waarin alles ogenschijnlijk verbonden is) geen absolute, maar relatieve waarden, die specifiek en lokaal handelen veronderstellen. Het oude adagium "denk globaal en handel lokaal" geldt noch immer. Juist nu er op welke plek op aarde ook de voor en nadelen van de urbane beschaving zich aanbieden. Daartoe noden wij als ouders de jonge mensen te leren hoe zij als wereldburgers om kunnen gaan met de kennis en bewustzijn. Dus elke omgeving is leeromgeving, elke buurt bevat het hele spectrum als het om het stimuleren van talent en nieuwsgierigheid gaat. Een buurt is de voorbereide omgeving waar onze jongste wereldburgers hun eerste schreden zetten op de route in de verkenning van de grote wereld.

---------

Wat we zien is betere scholenbouw, inspelend op ontwikkelingen waarbij de verlengde schooldag, door voor-tussen-naschoolse opvang in en rond de basisschool plaats vindt. Juist die brede-school opvatting zou niet meer van het zelfde, maar meer van het andere en onderscheidende kunnen betrekken. Alle scholen aan de basis openen hun deuren, voor de buurt, als een ambassade van talentontwikkeling voor jong en oud. En dan zien wij in 1 generatie (8jaar) basisschool kinderen dat wie de jeugd dient ook de toekomst dient.

Guido Keizer

Amsterdam

alfa's en beta's buiten school

Opinie NRC naar aanleiding van donderdag 18 november 2010 / 21 november 2010

Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om te reageren op het stuk van Jeroen van der Veer dat op de opiniepagina van donderdag 18 november jl verscheen. Dit stuk met de titel “We hebben bèta’s nodig, doe er wat aan” is een bewerking van zijn toespraak die hij in hoedanigheid van voorzitter Platform Bèta Techniek, zou houden op World Forum Den Haag op diezelfde dag.

Door mijn eigen activiteiten ben ik ingevoerd in de kwesties die van der Veer in zijn verhaal aan de orde stelt. Op het World Forum in Den Haag was ik wellicht meer te weten gekomen als ik de gelegenheid te baat had genomen. Ik grote lijnen volg ik het exposé dat hij geeft. Toch wil ik enkele kanttekeningen plaatsen èn belangrijker een nog eenvoudiger maatregel voorstellen dan de vier waar hij zijn stuk mee komt.

Van der Veer spreekt over (4) simpele maatregelen om het aantal bèta’s, technologen en technici te verhogen. Mij bekruipt het gevoel dat hij de ‘techneut’ wel erg idealiseert en het onderwijs over de volle linie als een productieproces beschouwt waarin het nut van de output voor de volgende fase (uiteindelijk de maatschappij) bepalend is. Ik snap de systeem gerichte gedachte daarachter, maar vraag me af of er ook ander wegen zijn om het resultaat van ons onderwijs te verbeteren. Want in een echte analyse kan niet onopgemerkt blijven dat niet alleen de bèta achterblijft. Des te opvallender is wat mij betreft de afwezigheid van enig concrete maatregel in de genoemde vier die bedoeld is voor het basisonderwijs.

Mijn stelling is: Bèta talent is universeel aangeboren en wordt ontwikkeld in de eerste 4 jaar van ons leven. Als we naar de basisschool gaan leren we heel andere zaken, gericht op socialisatie en taal als middel tot uitdrukken. Dat het nuttige zaken zijn betwist ik niet, maar er is sprake van een ‘eenzijdigheid’ die de rest van de schoolcarrière zijn tol eist. En dus ook op het terrein van de bèta.

Het is niet de stof zelf maar de methodiek (zowel het pedagogisch denken als het didactisch handelen) dat hier om een andere inzet van middelen vraagt.

En u begrijpt dat is vloeken in de kerk. Zeker na de reeds twee decennia op allerlei manieren en met uiteenlopende middelen ingezette koers de bèta studies onder de aandacht te brengen. In het stuk van van der Veer worden de voorzichtige successen genoemd: meer meisjes, betere instroom. Maar zijn stuk luidt niet voor niets de noodklok. Wij (in het al 200 jaar geïndustrialiseerde Westen) worden ingehaald links en rechts. Of misschien vooral ter rechterzijde. En dat is zeker in rechtsrijdend verkeer gevaarlijk.

De meest simpel en doeltreffendste maatregel is het basisonderwijs anders te organiseren. Beginnend vanaf groep 1 en 2 maar met extra aandacht voor de doelgroep die zich bevindt in de leeftijd van 9-12 jaar, groep 6, 7 en 8 van de basisschool. Ook wel de kwetsbare groep genoemd. Kwetsbaar omdat daar de keuzes worden gemaakt voor de voortzetting van de schoolcarrière, of het einde ervan.

Bèta talent ontwikkeling begint op de basisschool. Niet pas als er een technische studie wordt gekozen. En het bijzonder daarvan is dat de spelende mens (kinderen voorop) zo werkelijk aanbod komt, sterker nog gehoord wordt in de raakbare fase die met waarachtig leren tijd en plaats kent. Op de basisschool dus. Er is ruimte om dit te doen, nu techniekonderwijs sinds 2010 verplicht onderdeel van het curriculum van de lagere school is geworden. Maar laten we die tijd dan niet verkwanselen door meer van hetzelfde te doen. Dat betekent in het normale curriculum geen talige rekenmethodes, bijvoorbeeld, of woordenlijsten leren in groep 1&2. Om twee zinvolle acties te geven: Ruimtelijk inzicht (navigational skills) vergroten met tactiele lesmaterialen en woordbegrip te kweken door gedichten te maken.

In de basisschool omgeving is een wereld te winnen: voor iedereen, niet allen de beta’s. Ook de alfa’s en de gamma’s kunnen zullen door specifiek en lokaal handelen zich universeel ontwikkelen. Zou dat aansluiten bij de wens om wereldburgers af te leveren? Als het onderwijsveld hier haar oor te luisteren legt zal ze veel meer bereiken dan welke globale of grootschalige ingreep in onderwijsland of daarbuiten van bovenaf. Het Bètaplatform, Talentenkracht, Verbreding Techniek Basisonderwijs, Technika10 en vele andere organisaties staan de aanstormende Bèta’s met de Alpha habit(u)s als hoeders van het goed te dienst.

Guido Keizer, architect, cultureel ondernemer

Interhumediate Architectures,

info@aldea.nl http//:www.aldea.nl

maandag 29 november 2010

building aldeaweb

http://www.aldeaweb.nl/web.html

wereldkaart van Nederland om bouwlocaties mee aan te duiden.
film van foto beelden uit de Batavia playground 2008 (Sienna...)
dinsdag 8 december 2009

aldea action learning & navigation

deelnemers: leerlingen 2de Montessori basisschool Amstelveen



Scholen in Actie: 'aldea' buurtschapbouwen. Diverse opdrachten trainen ruimtelijke èn talige vaardigheden. In een serie workshops worden met interactieve oefeningen bèta talent, verbeelding, 'vertalen' en samenwerken versterkt. Door het bouwen met de ABΩ/FSC blokkendoos maken we patronen (sociaal/ruimtelijk) en groepsdynamiek (rituelen) begrijpelijk en tastbaar.













Ruimte voor trainen van vaardigheden: ordenen, taalbegrip, wiskunde, samenwerken, vertellen, luisteren, ruimtelijk inzicht, goed kijken, gezond verstand & gevoel voor het gemeenschappelijke.